Longread

Persvrijheid met de ambtenaren van het Amsterdamse Rijksmuseum: een nachtmerrie

14-05-2016 23:15

 

rijksmuseum

 

Beginnen bij het begin: voordat ik besloot te gaan filmen zag ik hoe, vrijwel recht onder mijn neus, iemand met zijn arm in wat ogenschijnlijk een mitella lijkt te zijn, letterlijk bij kop en kont werd gepakt en uit het Rijksmuseum letterlijk op straat gegooid. Daarna begon die iemand heel hard te schreeuwen, bleef vervolgens roerloos liggen terwijl de beveiliger die hem even daarvoor zo hardhandig op de grond had gegooid er onverschillig bij bleef staan kijken.

Ik vond het gedrag van die beveiliger maar raar. Als je iemand de straat op gooit en hij blijft vervolgens roerloos liggen dan kijk je toch even wat er aan de hand is? Voor hetzelfde geld heeft hij een hartstilstand.

Rijksmuseum

Dit gebeurde zaterdag 14 mei 2016 bij één van de ingangen van het Amsterdamse Rijksmuseum. In die bekende onderdoorgang (alleen voor fietsers en voetgangers, al had toenmalig Rijksmuseum-directeur Wim Pijbes destijds liever gezien dat ook fietsers er geen gebruik van zouden mogen maken) die het centrum van Amsterdam verbindt met het Museumplein en Amsterdam Zuid.

Ik was daar toevallig, het overkwam me, ik zag het voor mijn ogen gebeuren en het leek me noodzakelijk dat zou filmen, omdat ik meteen moest denken aan de zaak Mitch Henriquez. Ook in die zaak werd iemand te hardhandig aangepakt (waardoor die iemand overleed) en probeerden de daders (politie in dat geval) een en ander in de doofpot te stoppen.

Ware het niet dat er mensen waren die op film vastlegden hoe Henriquez werd behandeld. Die beelden zijn nu cruciaal omdat ze bewijzen dat het verhaal van de politie op z’n zachtst gezegd nogal ongenuanceerd is.

Ambtenaren in functie

Daaraan dacht ik toen die jongen letterlijk uit het museum gesmeten zag worden, en daarom begon ik te filmen. Baat het niet dan schaadt het niet. Openbare weg bovendien, dus wie zou willen beletten dat een oplettende burger en journalist de handelingen van beveiligingsbeambten van een door belastinggeld betaald museum filmt? Deze beveiligingsagenten zijn immers, net als de agenten in de zaak Henriquez, gewoon ambtenaren in functie. Hun salaris wordt betaald door burgers en in dit geval voerden zij hun werk uit op de openbare weg. Reden te meer hun werkzaamheden kritisch te filmen.

Dacht ik. De beveiligingsbeambten zelf, en later nog meer mensen, dachten daar duidelijk heel anders over.

 

 

Wat de beveiligingsmedewerkers in de beelden ‘bemoeien’ noemen was overigens weinig meer dan een poging van mijn kant om te controleren of alles in orde was met de jongeman die zo hardhandig uit het museum werd gesmeten. Hij lag al enige tijd roerloos stil en de beveiligingsmedewerkers, drie in totaal, staken in elk geval geen vinger naar hem uit. Was hij werkelijk gewond geraakt dan was dat voor hen duidelijk geen issue. Er was dan ook ‘een reden dat hij buiten werd gesmeten’, zeiden ze zelf, maar ik kan als toeschouwer, als burger, als controlerend journalist, niet weten wat zich binnen heeft afgespeeld. Ik zie alleen dat iemand op nogal grove wijze wordt behandeld door ambtenaren in functie. Het minste wat ik dan kan doen is aan de persoon vragen of het nog gaat. Ik wilde, oprecht, me niet teveel met de zaak bemoeien maar ook niet die ene omstander zijn die wegkijkt.

Pottenkijkers

Opvallend in de beelden is de manier waarop de beveiligers om het slachtoffer heen gaan staan. Exact hetzelfde zie je ook gebeuren in de beelden van de zaak Henriquez: de agenten krijgen door dat ze worden gefilmd en proberen het zicht op het slachtoffer zo veel mogelijk te blokkeren.

Het is sowieso duidelijk dat de Rijksmuseum-beveiligers absoluut niet blij zijn met iemand die filmt. Ze fluisteren en wijzen, proberen steeds meer afstand tussen mij en het slachtoffer te creëren. Er is veel stress zichtbaar. Logisch, pottenkijkers zijn nooit leuk als je net iets hebt gedaan wat mogelijkerwijs wel eens helemaal verkeerd kan zijn gegaan.

Openbare weg

Maarja: openbare weg. Ambtenaren in functie. Notabene mensen die zijn aangesteld om de bezoekers van het museum veiliger te laten voelen, niet om ze onveiliger te laten voelen. Het blijkt wel weer dat democratie en rechtstaat met hun vrijheid en transparantie zomaar helemaal verkeerd kunnen uitpakken. Voor je het weet heeft iemand vastgelegd wat je achteraf liever niet vastgelegd had willen hebben. En dat terwijl de tijd van mislukte bewijsbeelden omdat er water in de fixeer is gekomen ook alweer lang voorbij is.

 

 

Ik geef toe: ik verloor mijn cool. Er was geen kritische distantie meer. Ik had natuurlijk zwijgend en wel het hele verhaal kunnen gadeslaan en filmen zonder in discussie te gaan. Maar ik raakte geëmotioneerd in de discussie met de beveiligers, in een sfeer die per seconde meer en meer gespannen raakte.

 


 

Met dun potloodje in Grondwet geschreven

Ja, nee, geëmotioneerd raken is niet professioneel. Vertel mij niks nieuws. Ik ben dan ook blij dat ik geen Powned-verslaggever ben. Of Jan Roos. Of Rutger Castricum, of Arnold Karskens, of Annabel Nanninga, of Ebru Umar, of noem één van die vele helden die zonder angst en met stalen ballen als enige nog bereid zijn werk te doen wat de ‘kwaliteitsmedia’ (onder andere bekend van anonieme Marokkaanse columnistes en het DWDD-tafelgerei als columnistenpool) al lang niet meer doet.

Ik zou geen minuut stand houden als ik in de schoenen van bovengenoemde helden stond. Ik kan dat niet, daar ben ik de juiste persoon niet voor. Dus ja, ik trilde. Ik kon op een gegeven moment de camera niet helemaal stil houden, vanwege het trillen, dat klopt. Shoot me, ik ben ook maar een mens.

Wet van intimidatie

Zelf denk ik dat het niet onterecht is om geëmotioneerd te raken als je voor de zoveelste keer als stront wordt behandeld door ‘ambtenaren’. Als het door God geven recht op vrije nieuwsgaring zoveel mogelijk wordt tegengewerkt. Als blijkt dat ‘openbare weg’ en ‘persvrijheid’ in Nederland met een wel heel dun potloodje in de Grondwet zijn geschreven.

Want in de praktijk op de openbare weg is het, steeds maar weer, de wet van intimidatie die geldt. Of dat nou politieagenten zijn die pogen hun eigen straatje schoon te vegen bij een rampzalig verlopen aanhouding of museumbeveiligers die geen pottenkijkers wensen, je staat er als journalist, en al helemaal als burger met je telefoontje, gewoon met lege handen. Er is geen politie die jouw grondwettelijke meningsvrijheid beschermt als het er op aankomt. Er is niemand die het voor je opneemt. Integendeel: je mag oprotten, wéér zo’n burger die journalistje speelt. Wéér zo’n ramptoerist. Wéér iemand die zich bemoeit met je werk.

Welcome to the jungle

Dat die grondwet en dat recht op nieuwsgaring nou juist zo belangrijk zijn omdat we anders niet kunnen controleren of de zo zorgvuldig door burgers democratisch gekozen overheid en door die overheid aangestelde beambten hun werk wel goed doen, hun boekje niet te buiten gaan, zich aan de geweldsinstructies houden, mensen niet verwonden of erger schijnt al lang geen onderdeel meer te zijn van goed burgerschap. Of besef van democratische rechten. Of een idee van wat vrijheid kan betekenen. Nee, burgers die hulpverleners filmen, dat is alleen maar tuig. Alleen maar sensatiezoekerij, alleen maar voor commerciële winst, alleen maar om te scoren. Maar natuurlijk!

Dankzij de zaak Henriquez weten we waarom die vrije nieuwsgaring zo belangrijk is. Waarom het zo cruciaal is dat de daden van wetshandhavers kunnen worden gevolgd. Vastgelegd. Herbekeken. Omdat mensen fouten maken, omdat de mens niet bestaat uit louter goedheid, omdat zonder controle het recht van de sterkste geldt. Welcome to the jungle.

Amsterdams finest

Van de zaak Henriquez lijken de museumbeveiligers zich in elk geval niet bewust te zijn. Of ze zijn het wel maar kunnen dat bewustzijn door de opgelopen emoties niet meer aanspreken. Hoe dan ook, om nou te zeggen dat ze zich als liefhebbers van de vrije democratie of klantvriendelijk gedragen, nee. Kijk ze eens smalend lachen! Kijk ze eens vernederen! Wereldstad Amsterdams finest!

Voorkomen dat iemand hun werk vastlegt lukt dan misschien niet, een beetje vernederen en de journalist in kwestie ‘ik vind jou gewoon een zielig persoon’ toebijten, dát kan natuurlijk altijd. Het laagje beschaving is immer dun en breekbaar. Ook in die keurige elite-‘tempel der verbeelding’ Rijksmuseum. Keurige fatsoenlijke nette mensen. Tot de lastige journalisten niet doen wat ze zeggen natuurlijk.

(Nog even een tip voor iedereen die ‘niet wil worden gefilmd’ op de openbare weg: ga niet voor een camera staan. Het is echt niet verplicht voor een camera te gaan staan. Zeker als je weet dat die camera aanstaat, kun je maar het beste zorgen dat je niet in beeld komt als je dat niet wilt. Voor die camera gaan staan en met onderdrukte agressie gaan staan eisen dat je niet in beeld wil komen is zelden een goed idee. Wie écht niet in beeld wil kan maar beter werk zoeken áchter de cameralens inplaats van ervoor.)

‘Heeft u ook een perskaart?’

Tot slot gebeurde er iets merkwaardigs. Een vrouw, die ik nog niet eerder had opgemerkt, stond ineens vlak naast me en sprak me aan. Ze leek uit het niets te zijn gekomen en haar overduidelijk bemoeizuchtige vragen bevreemden me. Alsof ik aan iedere willekeurige voorbijganger verantwoording moet afleggen waarom ik wat film op de openbare weg. Alsof ik als journalist niet zelf mag en kan bepalen wat nieuwswaardig genoeg is.

En, en hier gaan we weer, alsof je een ‘perskaart’ nodig hebt als journalist. Op de een of andere manier zit dat bij mensen diep in de genen verankerd, dat journalisten een perskaart hebben. Dat ‘journalist’ niet gewoon een vrij beroep is, wat iedereen kan uitoefenen om de logische en belangrijke reden dat bindende eisen stellen aan het vak van journalist nou eenmaal strijdig is met de vrijheid en transparantie van de democratie (hoe zouden we ooit kunnen weten dat wat ‘benoemde’ journalisten beweren waar is, als we niet de vrijheid zouden hebben om dat als burger zelf te controleren, vast te leggen en te bekritiseren?) maar dat een journalist net als de tandarts, chirurg en piloot iets is wat niet iedereen zomaar mag worden. Alsof de bakker, de slager, de schrijver, de BN’er of de bibliothecaresse een ‘bakkerskaart’, ‘slagerskaart’, ‘schrijverskaart’, ‘BN’erskaart’ of ‘bibliothecaressekaart’ op aanvraag moeten overleggen opdat de klant kan controleren met een echte vakman van doen te hebben.

Nogmaals, voor de honderd miljoenste keer: er bestaat in Nederland niet zoiets als een ‘perskaart’!* Die bestaat wel maar stelt weinig anders voor dan een lidmaatschapskaart van de journalistenvakbond NVJ (vakbond, inderdaad ja, het staat er echt). Er zijn geen eisen, geen regels, geen voorwaarden waaraan een journalist moet voldoen (al zouden veel mensen dat wel graag willen), een journalist hoeft dus niet, en nooit, bij iets te zijn aangesloten om journalist te mogen zijn. Laat staan dat je pas het recht hebt op het uitvoeren van journalistieke werkzaamheden als je een ‘perskaart’ hebt laten zien. Of nog erger: laat staan de journalist ook maar enige verplichting heeft iets dergelijks te overleggen als een willekeurige burger er naar vraagt.

 

 

Nadat ik deze beelden aan wat mensen had laten zien kwam iemand met een scherpe observatie: die mevrouw is natuurlijk helemaal geen toevallige voorbijganger. Die mevrouw is ofwel medewerker van het museum (zonder al te lullig te willen klinken: zo ziet ze er wel uit, want de Rijksmuseum-medewerkers zijn vrijwel allemaal blank en de vrouwen dragen de verplichte halflange blonde haren, parelkettingen en parel-oorbellen (klederdracht der elite), of zoals iemand reageerde: ‘Die communicatiemedewerkers lijken allemaal op elkaar!’, maar los daarvan spreekt ze precies de gelikte, ontwijkende taal van voorlichters, spinners en propagandisten waar je als journalist steeds vaker mee te maken hebt en heeft ze wel erg veel toevallige kennis over wat er gaande was voordat het slachtoffer naar buiten werd gesmeten) ofwel een stille van de politie, zoals iemand anders nog opperde.

Maar dat laatste lijkt me wel heel sterk, ik kan me niet voorstellen dat een stille zoveel moeite doet om het vooral  niet eens te zijn met een journalist en daarbij ook nog eens in een camera glashard liegt door te beweren ‘verder geen belang te hebben bij het stellen van die vragen’.

Hoe dan ook, in beide gevallen is het, achteraf, nog iets stiekemer en intimiderend dan het al was. En dat zegt iets over hoe het werk van journalisten wordt opgevat anno 2016: als lastig, hinderlijk, onnodig en bemoeizuchtig. Enfin, mocht er iemand zijn die deze mevrouw herkent als medewerkster van het Rijksmuseum/politieagent/toevallige willekeurige voorbijganger, laat het me even weten.

Het laatste woord is nog niet gezegd

Ik ben er in elk geval nog niet klaar mee. Ik weiger me te laten vernederen door beveiligers van uitgerekend de ‘tempel der verbeelding’, dat sjieke hoogtepunt van de Amsterdamse elite, het speeltje van vooral iedereen die zichzelf(!) ‘fatsoenlijk’ noemt, puur en alleen omdat die beveiligers het niet aankunnen op de openbare weg te worden geconfronteerd met de soms inderdaad erg vervelende aspecten van een vrije samenleving, waarin burgers hun recht op transparantie kunnen opeisen en journalisten het gedrag van gezagsdragers nauwlettend en op de voet volgen.

Ik heb notabene verplicht moeten bijdragen aan een museum (hoeveel was het uiteindelijk? Een half miljard euro?) dat geldt als hét visitekaartje van Wereldstad Amsterdam, dus wens ik als ongevraagd financieel participerende inwoner door de ambassadeurs van dit museum gewoon te worden behandeld als kritische burger. Niet als zak stront, bemoeial, “gewoon een zielig persoon” of straathond.

Hier is het laatste woord dus nog niet over gezegd.

Zoek een andere baan

Als het deze heren allemaal te veel wordt om te worden gefilmd op de openbare weg, en als deze heren liever hebben dat hun handelingen onbespied blijven, zodat ze kunnen uitvreten wat ze willen zonder dat iemand er ooit lucht van krijgt, moeten ze vooral een andere baan gaan zoeken. Als journalist ofzo. Of als cameraman. Maar in elk geval niet als beveiliger van of in publieke objecten.

Althans niet in de democratie Nederland.

Nog niet.

 

* = Er zijn uitzonderingen, zoals een speciale politieperskaart en een zogenaamde ‘rellenperskaart’, maar die gelden alleen voor door politie afgebakende gebieden of voor speciale verordeningen. Voor de openbare weg bestaan geen perskaarten, ook niet als de politie er naar vraagt.